Close Menu
Nieuws
9 januari 2020

Rechtsbescherming kwetsbare mensen onder de maat

Bron: fd.nl
Door: Paul Laurs & Jacques Winnubst

Geregeld krijgen notarissen het verzoek om een testament op te maken voor een bejaarde, een dementerende of iemand met een geestelijke stoornis. Bijna altijd worden dergelijke kwetsbare mensen vergezeld door een begeleider, een administrateur, huishoudhulp of mantelzorger van wie ze afhankelijk zijn. En dikwijls heeft die begeleider een eigen belang bij dat testament. In de woorden van Martin van Mourik, emeritus-hoogleraar notarieel recht: ‘helaas liggen er overal aasgieren op de loer.’

De wetgever gaat ervan uit dat notarissen zorgvuldig zijn en dat manipulatie en misbruik van kwetsbare erflaters wordt uitgesloten. Mocht er desondanks sprake zijn van misbruik, dan moet de rechterlijke macht dat corrigeren. De werkelijkheid is helaas anders, zoals blijkt uit een rechtszaak waarbij alle instanties in de rechtspraak, inclusief de Hoge Raad, inmiddels hun oordeel hebben uitgesproken. En dat met een bedroevend resultaat. In deze zaak gaat het om een testament dat is opgemaakt voor een bejaarde verstandelijk gehandicapte.

Aanvankelijk verzorgde de familie deze ‘ome Jan’, later werden twee verzorgers ingeschakeld voor dagelijks toezicht. Zij beheerden ook de bankpas voor de dagelijkse uitgaven en regelden heimelijk dat Jan, toen 76 jaar oud, een testament opmaakte bij een plaatselijke notaris. Jan onterfde zijn hele familie en de kinderen van de verzorgers werden als erfgenamen van de woning van Jan aangewezen. Eerder hadden de verzorgers Jans spaargelden (ruim €22.000) naar hun eigen rekening overgeschreven.

Aan de voordeur

De familie van Jan ging naar de rechter om het testament aan te vechten. Zij verwezen onder meer naar twee medische verklaringen. In de ene verklaarde de huisarts dat Jan het ontwikkelingsniveau had van een kind van hoogstens acht à tien jaar. Deze arts had Jan jarenlang als patiënt en kende hem goed. In de tweede verklaring taxeerde een andere arts, die met verstandelijk gehandicapten werkte, het niveau van Jan op dat van een zes- tot achtjarige. Beide artsen verklaarden hem zonder twijfel onbekwaam om geldig te testeren.

Ook Jans gedrag sprak voor zich: hij verkocht zijn eigen woning voor minder dan de helft van de WOZ-waarde aan een toevallige passant aan zijn voordeur. De verkoopakte (die later ongedaan kon worden gemaakt) kwam van hetzelfde notariskantoor waar zijn testament was opgemaakt.

De rechtbank in Middelburg oordeelde niettemin dat zijn testament geldig was. Notariële akten kunnen namelijk gelden als bewijs voor iemands bekwaamheid. De rechter had daarom geen behoefte meer aan medische verklaringen.

Het gerechtshof in Den Bosch nam in hoger beroep wel kennis van de medische verklaringen, maar weigerde om de artsen te horen. Ook hier gold de notariële akte als voldoende bewijs van Jans bekwaamheid. In dit Hof zat trouwens naast de gewone raadsheren-jurist een toegevoegde raadsheer-notaris. Deze notaris, zo bleek later, was een goede zakenrelatie van het Zeeuwse notariskantoor waar het testament was opgemaakt.

Dubieuze testamenten

In 2015 casseerde de Hoge Raad de uitspraak van het gerechtshof in Den Bosch. De Hoge Raad vond het onbegrijpelijk dat het Hof had geweigerd de artsen te horen en was afgegaan op de notariële akte en het oordeel van de notarissen over de wilsbekwaamheid. Notarissen hebben immers geen bijzondere deskundigheid om te beoordelen of iemand wilsbekwaam is. Dat is in ons recht voorbehouden aan artsen.

De cassatie door de Hoge Raad trok de aandacht van tv-programma Zembla. In een uitzending over frauduleuze notarissen werd de zaak van ome Jan belicht. Daar kwamen nog andere dubieuze testamenten in beeld.De Hoge Raad verwees de zaak naar het gerechtshof in Den Haag voor verdere afdoening. Al direct bleek dat ook dit Hof bleef vasthouden aan de geldigheid van het testament. Al beargumenteerden de artsen met tal van voorbeelden dat Jan wilsonbekwaam was, dan nog zou Jan volgens het Hof een testament moeten kunnen laten opmaken. Dit onder het motto dat ook verstandelijk gehandicapten moeten kunnen testeren. De familie ging voor de tweede keer in cassatie. Vergeefs.De Hoge Raad ziet over het hoofd wat het belang van deze rechtszaak voor de samenleving is; het gaat immers veel te ver als rechters testamenten geldig gaan verklaren wanneer de erflater een ontwikkelingsniveau van nauwelijks een lagere schoolkind heeft.

Bizarre rechtsregel

Maar nog verder gaat het gerechtshof in Amsterdam in de tuchtzaak tegen de betrokken notarissen. De notariële tuchtrechters oordeelden dat het niveau van een zesjarige al volstaat. Hiermee treden de rechters naar onze mening buiten de geldende rechtsnormen. Volgens de wet kunnen personen vanaf zestien jaar een geldig testament laten opmaken. Een vergelijkbaar ontwikkelingsniveau zou dus de maatstaf voor wilsbekwaamheid bij een volwassene moeten zijn.

Als zulke lage eisen worden gesteld aan de wilsbekwaamheid van kwetsbare mensen, blijft er hoegenaamd niets over van rechtsbescherming tegen misbruik van kwetsbare mensen. Dan kan iedereen hen met succes manipuleren bij testamenten, schenkingen en allerlei andere zakelijke transacties. En dat gebeurt helaas geregeld.

De Hoge Raad zou zich ook eens moeten uitspreken over wetsartikel 4:43 Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat ook bij aantoonbaar misbruik van omstandigheden bij het testeren een testament geldig blijft. Deze bizarre rechtsregel beschermt dubieuze notarissen tegen procedures over testamenten, in plaats van hun gemanipuleerde cliënten. Omwille van de redelijkheid en billijkheid zou de Hoge Raad het mogelijk moeten maken dat deze wetsbepaling voortaan buiten toepassing blijft.